Knotten, waarom doen we het eigenlijk? Print deze pagina
 
 

Door: Marleen Voorhorst, gepubliceerd in de rubriek 'Natuur in de buurt' in de Uitloper, winter 2004/2005.

Knotbomen
Het wordt weer winter en dan worden de knotbomen zichtbaarder. Knotbomen spreken tot de verbeelding. Het zijn kenmerkende landschapselementen van het Nederlandse platteland. Knotten van wilgen en andere bomen, is van oudsher een ideale methode om aan gebruikshout (rijshout) te komen, zoals gereedschapsstelen, hekwerken, stookhout en oeverbeschoeiingen. Tegenwoordig heeft gebruikshout echter plaats gemaakt voor goedkopere alternatieven. Toch zijn er nog verschillende redenen, waarom het goed is om knotbomen te planten en te verzorgen.

Wat is een knotwilg?
Een knotwilg is een gewone wilg (schietwilg of kraakwilg), die op een bepaalde hoogte is afgezaagd. De boom zal weer uitlopen en mooie rechte staken handzaam hout vormen. Door deze takken regelmatig af te zagen, ontstaat wondweefsel dat uiteindelijk een indrukwekkende knoest vormt. Hierop groeien steeds weer nieuwe uitlopers. Meestal wordt de boom om de drie jaar geknot. Een knotwilg kan zo 100 jaar meegaan.
Vindt er geen onderhoud meer plaats, dan zal de knotwilg na zo'n 15 jaar topzwaar worden en uiteindelijk omwaaien of uit elkaar scheuren. Het totaal aantal knotbomen in Nederland wordt geschat op zo'n 500.000.

 
  Een knoteik, het enig overgebleven exemplaar van een eikenhakhoutbos in 'de Schoolsteeg' Foto: Guus Sakkers.

Gebruikshout
Al van vroeger uit werden dunne wilgentwijgen gebruikt als gebruikshout (dijkbouw, mandenmakerij, huizenbouw). De wilgenakkers (grienden) ontstonden, waar de stronken op gezette tijden laag bij de grond werden gekapt. Voor de bemesting worden de wilgen afgewisseld met elzen. De kapcyclus hangt af van hoe dun of dik men het hout wil hebben.
Niet alleen de wilg is geschikt om te knotten. Ook populieren, essen, eiken, haagbeuken, iepen, elzen en linden kunnen worden geknot.
Van de els werd het bruikbare houtskool voor de koperslager en zilversmid verzameld. Populierenhout wordt gebruikt voor klompen, kisten, lucifers, mijnstutten en papier. Het rijshout van de eik (om de zeven tot acht jaar geoogst, vanwege langzame groei) gebruikte men voor paaltjes.
Essenhout is taai en heeft een lange draad. Het wordt daarom gebruikt voor gereedschapsstelen, roeiriemen, fuiken en gymnastiektoestellen (om de vier tot vijf jaar geoogst).

Het nut van de knotwilg
* Economisch nut: als alternatief voor beschuttingen van tropisch hardhout, maar ook wilgentenen voor schuttingen en ecologische bouwmethoden.
* Landschappelijke waarde: beschutting geven aan vee, beschaduwen van sloten en afwisseling brengen in een monotone grasvlakte.
* Recreatieve waarde: fietsen en wandelen gecombineerd met knotten, maar ook de vrijwilligers die zich dagenlang inzetten voor het onderhoud van de knotbomen.
* Diversiteit in de natuur: het plateau biedt plaats aan verschillende planten, mossen en paddestoelen. Sommige soorten zijn vooral te vinden in de knotbomen. De ontstane holten bieden onderdak aan allerlei dieren en vogels (broeden, schuilen).
* Bloeiende wilgen bieden voeding aan heel veel verschillende insecten. Vooral hommels zijn goede klanten, evenals mieren, vlinders en het wilgslakje.

eik, naar grote foto, 58 kB
Een knoteik, Marleen Voorhorst, juli 2004
Grote foto, 58 kB
 

Onderhoud van knotbomen
Knotwilgen moeten regelmatig worden geknot, om te voorkomen dat zich te zware takken vormen en de boom uit elkaar scheurt. Als wordt geknot voor het landschappelijk nut, wordt de pruik vrijwel jaarlijks dicht bij de knoest geknot. Dit wordt door veel gemeenten uitgevoerd en is een duur karwei.
Als er geknot wordt voor ecologisch nut, dan wordt er op circa 5 cm vanaf de knoest gezaagd. Dit bevordert inregenen en rotten van de boom, waardoor hij hol wordt en kan gaan dienen als woonplek voor allerlei dieren. Het inrotten gaat niet ten koste van de duurzaamheid van de boom. Een holle buis is een zeer stevige constructie. Om de diversiteit aan woonplekken optimaal te behouden, moeten niet alle bomen in hetzelfde gebied tegelijk worden geknot.
Ecologisch gezien is het helemaal optimaal als wisselend een aantal takken per boom blijven staan. Hiermee wordt een nog grotere variatie bereikt. Bij een goede behandeling van de boom en voldoende geduld, zal de boom uiteindelijk uitgroeien toe een echte, trotse monumentale knotboom, die het landschap aanzienlijk verrijkt.